Hoe participatieprocessen evalueren: feedback over de laatste module van de Participatieworkshops
24 jun 2025
De vijfde en voorlopig laatste module van de Participatieworkshops ging over het evalueren van participatieprocessen, en bij uitbreiding het evalueren van beleidsprocessen in het algemeen. Dankzij Julien Vrydagh (Universiteit Hasselt) kregen we een mooi overzicht van academische referenties hierover. Hij lichtte onder meer toe wat precies kan geëvalueerd worden. Aurélie Thibbaut (Policylab) vulde dit aan met een meer pragmatische insteek en beschreef hoe praktisch kan overgegaan worden tot evaluatie. Ze bekeek daarbij de governance structuur van een evaluatie en zoomde in op bepaalde methoden voor gegevensverzameling en analyse van de gegevens. De sessie praktijkvoorbeelden bood een interessante kijk op de verschillende types evaluaties die mogelijk zijn (intern of extern) en de gevolgen van bepaalde keuzes.
Denkpistes over het evalueren van participatieprocessen
Ingaan op de vraag naar evaluatie van participatieprocessen betekent ook: durven stilstaan bij wat je precies wil weten en waarom. De presentatie van Julien Vrydagh gaf daarvoor een aantal waardevolle denkkaders mee. Wat volgt zijn enkele eerste pistes die werden aangereikt voor wie zelf met evaluatie aan de slag wil:
Interne dimensie van evalueren: deelnemers en proces onder de loep
Effecten op deelnemers evalueren: een participatief proces laat sporen na bij wie betrokken was. Het evalueren van die effecten laat toe te bekijken in hoeverre attitudes tegenover beleid en politiek wijzigen, of deelnemers meer vertrouwen krijgen, meer inzicht verwerven of meer bereid zijn zich verder maatschappelijk te engageren.
Proceskwaliteit evalueren: hier gaat het om de manier waarop het traject verlopen is. Belangrijke vragen zijn: wie nam deel, op welke manier? Werd informatie helder gedeeld? Was er ruimte voor afweging en dialoog? En tot slot: voelden deelnemers dat hun bijdrage ertoe deed?
Externe dimensie van evalueren: het bredere ecosysteem betrekken
Politieke impact evalueren: een evaluatie kijkt ook naar wat er met de resultaten gebeurt. Worden ze opgepikt in het politieke debat? Vinden ze hun weg naar beleidsbeslissingen? En vooral: leidt dat tot zichtbare verandering op het terrein?
Breder maatschappelijk effect evalueren: participatie kan verder reiken dan de directe deelnemers. Het kan de houding van ambtenaren en politici beïnvloeden, het publieke vertrouwen versterken, of organisaties en media aanzetten tot een andere omgang met thema’s of doelgroepen.
Dit alles onderstreept dat evaluatie van participatie meer is dan een eindmeting. Het is een manier om te leren, te verbeteren en participatieve processen structureel sterker te maken. De denkkaders voorgesteld door Julien Vrydagh bieden ons daarvoor een rijk vertrekpunt.
Praktische denkpistes: hoe een evaluatie daadwerkelijk opzetten?
Na het theoretisch en analytisch kader aangereikt door Julien Vrydagh, vulde Aurélie Thibbaut dit aan met een praktische leidraad voor het effectief inrichten en uitvoeren van een evaluatie. Haar bijdrage benadrukte dat een goede evaluatie niet achteraf begint, maar van meet af aan wordt meegebouwd in het proces.
Ze schuift daarbij volgende aandachtspunten naar voren:
Een noodzaak aan duidelijke doelstellingen: voor je kunt evalueren, moet je helder hebben wat het participatieproces wil bereiken. Alleen dan kan je ook geschikte indicatoren ontwikkelen.
Een kwaliteitsvol verloop: concreet kan gekeken worden naar toegankelijkheid, diversiteit van deelnemers, kwaliteit van het gesprek, en de manier waarop het proces gefaciliteerd werd.
Een continue opvolging (monitoring): idealiter wordt het proces al tijdens de uitvoering geëvalueerd, met ruimte voor bijsturing. Dat vergt een goede planning, voldoende middelen en een duidelijk governance-kader.
Resultaten en een efficiënte opvolging: hoeveel voorstellen zijn er gekomen? Hoeveel zijn er effectief meegenomen in beleid? En voelen deelnemers zich gehoord?
Langetermijnimpact: een geslaagde participatie kan structurele verandering op gang brengen, zoals meer vertrouwen tussen burgers en overheid, of een andere beleidscultuur binnen de administratie.
Het gebruiken van de resultaten: het verzamelen van data is pas zinvol als ze ook geïnterpreteerd, gedeeld en besproken worden. Het rapporteren en bespreekbaar maken van de evaluatieresultaten is daarom een essentieel sluitstuk.
Aurélie Thibbaut gaf daarnaast een rijk overzicht van methoden en instrumenten die evaluatoren kunnen inzetten, afhankelijk van de verschillende doelstellingen.
Samenvatting van de praktijkvoorbeelden: evaluatie als integraal onderdeel van participatie
Voorbeelden van evaluaties van panels en vergaderingen
Tijdens de tweede sessie van de module lichtte Benoit Verhulst drie concrete cases toe, die geleid werden door Missions Publiques. Wat opvalt: evaluatie werd in elk geval niet als een afzonderlijke, technische oefening behandeld, maar als een doorlopende en gedeelde reflectie.
Enkele geleerde lessen:
Het intense evaluatieproces met het burgerpanel over het Lucht-Klimaat-Energieplan (Wallonië, 2021), bestond uit 13 burgervergaderingen gedurende 5 maanden en was bedoeld om elke sessie te evalueren, met Missions Publiques als onafhankelijke procesbegeleider. Ondanks deze ingewikkelde positie, maakte deze evaluatie bijsturing mogelijk tijdens het proces.
de Jongerenburgerraad over bestuivers in de Europese Unie gebruikte o.a. observatie en zelfevaluatie om methodes, tempo en inhoud van het participatiemechanisme te beoordelen. Deelnemers zelf gaven aan waar het beter kon, wat zorgde voor transparantie, sociale cohesie en een gevoel van aansluiting bij de groep.
In beide gevallen werd geëvalueerd zonder strikte vooraf vastgelegde criteria. Dat biedt vrijheid, maar vraagt ook om goede begeleiding en reflectiecapaciteit bij alle betrokkenen.
Bij de Permanente Klimaatraad van Brussel-Leefmilieu werd evaluatie ingezet om het proces begrijpelijker, geloofwaardiger en transparanter te maken, maar ook om het proces continu bij te sturen met het oog op een volgende cyclus van de Raad. Alle stakeholders (projectleiders, burgers, partners) werden betrokken bij deze evaluatie, wat het gedeeld eigenaarschap versterkt.
Wat leren we hieruit?
Evaluatie werkt best als een structureel onderdeel van het participatieproces, niet als een eindverslag.
Informele methoden en betrokkenheid van deelnemers leveren vaak andere inzichten op dan klassieke vragenlijsten.
Evaluatie is tegelijk een hulpmiddel voor kwaliteitszorg én een hefboom voor democratische legitimiteit.
Evaluatie van het beleid inzake burgerparticipatie van de gemeente Oudergem
De tweede case werd toegelicht door Sarah Touil, projectverantwoordelijke bij de dienst Participatie van de gemeente Oudergem. Na 4 jaar participatiebeleid werd besloten om de burgerbegroting en lokale burgerraad, bestaande uit 100 gelote burgers, te evalueren.
Ondanks de tamelijke positieve cijfers en vaststelling over de organisatie en het verloop van deze twee participatiemechanismen, stelt de gemeente vast dat het moeilijk is om de leden van de burgerraad op lange termijn aan boord te houden. Daarnaast zagen ze ook een dalend aantal stemmen voor de projecten van de burgerbegroting.
Om een aantal hypotheses ter verklaring van deze feiten af te toetsen, zette de dienst in op een evaluatiestrategie op, gebaseerd op 3 acties:
Een evaluatie van de leden van de burgerraad, door die raad om te vormen tot een Evaluatieraad zodat de leden hun ervaringen en obstakels kunnen delen en concrete pistes ter verbetering kunnen formuleren
een algemene tevredenheidsenquête over het participatiebeleid bij de Oudergemnaren, geleid door een onafhankelijke onderzoeker voor een externe kritische, maar constructieve blik op het participatiebeleid van de gemeente en een vergelijking met andere participatiemechanismen.
De organisatie van een internationaal colloquium onder de noemer “Burgerparticipatie. En daarna?” om na te denken over internationale alternatieven voorbij de crisis van de democratie en om de reflectie over de lokale beleidsstrategie te voeden.
Op die manier wil de gemeente haar bestaande participatiemechanismen evalueren, nagaan of de initiële doelstellingen werden bereikt, hun succesfactoren en obstakels identificeren, de kloof tussen de wijken en het profiel van de deelnemers vaststellen en de reële impact op de publieke beslissingen inschatten. Sinds 2024 heeft de gemeente, gesterkt door deze acties, een pluridisciplinaire werkgroep opgezet om de participatieve beleidsstrategie van de gemeente te herzien tegen 2026.
Bua, A., & Vrydagh, J. (forthcoming). Expectations of power: Evaluating decision-making in democratic innovations. In E. Elstub & J. Vrydagh (Eds.), Handbook of democratic innovations. Edward Elgar Publishing.
Pow, J., Van Dijk, L., & Marien, S. (2020). It’s not just the taking part that counts: ‘Like me’ perceptions connect the wider public to minipublics. Journal of Deliberative Democracy, 16(2), 43–55.