Hoe participatieve processen kaderen: feedback over de workshops
17 feb 2025
De tweede module van de participatieworkshops ging over het kader van participatieprocessen. Dankzij een verkennend bezoek aan Eupen maakten we kennis met goede praktijken op het terrein en konden we daaruit enkele hoofdingrediënten voor een goed kader afleiden. Daarna werd het onderwerp uitgediept tijdens een reflectiesessie met Agathe Osinski, die als onderzoeker processen om "zorg te dragen" voor participatie bestudeert en begeleidt. Ten slotte konden we tijdens een sessie met praktijkvoorbeelden de belangrijkste elementen van een goed kader, de praktische toepassing ervan en de realiteit op het terrein in perspectief plaatsen.
Lessen getrokken uit het verkennend bezoek aan Eupen
een sterke politieke impuls die verder gaat dan de politieke partijen;
een helder wetgevend kader dat afgebakend is door een decreet waarin de modaliteiten en het mandaat van het proces zijn verduidelijkt;
een afgelijnd methodologisch kader:
30 door loting gekozen burgers vormen de Bürgerversammlung (burgervergadering) die belast is met het formuleren van aanbevelingen;
24 burgers uit deze vergadering vormen het permanente orgaan: de Bürgerrat (burgerraad), die verantwoordelijk is voor de keuze van de onderwerpen, het organiseren van de burgervergadering, het opvolgen van de aanbevelingen en het evalueren van het proces.
een vastgelegd participatieniveau, namelijk:
een delegatie van bevoegdheid aan de burgerraad (de Bürgerrat);
een co-constructie voor de burgervergadering via het formuleren van aanbevelingen met de verplichting ze op te volgen.
opvolging van de aanbevelingen
presentatie van de aanbevelingen;
tijd voor politieke reactie;
verwezenlijking van een rapport over de uitvoering door de politici.
Kernbestanddelen van de permanente burgerdialoog
Volgens de vertegenwoordigster van het permanent secretariaat zorgen drie pijlers voor het succes van dit model:
Dat de participatie geïnstitutionaliseerd en constant is (permanent orgaan, ondersteuning door het permanent secretariaat van het parlement, decreet en budget).
De representativiteit van de leden van de burgervergadering dankzij de loting.
De kwaliteit van de dialoog via heldere informatie naar het publiek toe, de beraadslaging, de moderatie, de transparantie, de constructieve uitwisseling met politici en het veiligstellen van de resultaten.
Factoren die het succes van "Ostbelgien 2040" bepalen
Vervolgens trokken we naar het ministerie van de Duitstalige Gemeenschap om meer te vernemen over het participatieproces van het gewestelijk ontwikkelingsproject "Vivre Ostbelgien 2040". Dat berust op vijf succesfactoren:
Governance: een coördinator met een cruciale rol als begeleider van de andere diensten, die synergieën creëert tussen gemeentelijke en bovengemeentelijke ontwikkeling.
Een sterke identiteit rond het project en partnerschappen die zijn aangegaan met ondernemingen, organisaties en openbare instellingen.
Talrijke mogelijkheden en ruimten voor participatie door te werken met verschillende methoden en voorzieningen (van digitale hulpmiddelen tot de aanpak op het terrein).
Continuïteit en samenwerking door het ontwikkelen van een langetermijnstrategie in verschillende uitvoeringsfasen en door te werken met een interdisciplinaire benadering.
Het integreren van duurzaamheid en innovatie
Denkpistes over het kader van een participatieproces
De grondslagen voor een degelijk kader
Tijdens de reflectiesessie herinnerde Agathe Osinski, onderzoeker aan de Universiteit van Parijs-Nanterre, aan de grondslagen voor een degelijk kader voor participatie:
Het definiëren van de doelstellingen, de strategie en de governance van een participatieproces;
De methodologische keuzes, te maken naargelang van de doelstellingen;
Het opstellen van een duidelijk mandaat voor de deelnemers;
Anticiperen op de follow-up
Het vastleggen van de verantwoordelijkheden van de belanghebbenden;
Transparantie naar de burgers toe;
De ondersteunende rol van de facilitatoren;
Het verkleinen van de machtsverhoudingen tussen deelnemers.
Zij benadrukte eveneens dat "empowerment" en het sociaal leerproces belangrijke effecten van participatie zijn.
6 kernvragen voor het kaderen van participatie
De betreffende themafiche die uitgaat van de dienst Participatie vat 6 kernvragen voor het kaderen van de participatie samen:
Waarom kies je voor participatie?
Wat zijn je ambities op het gebied van participatie?
Welke speelruimte is er beschikbaar?
Welke financiële middelen zijn er beschikbaar?
Hoeveel tijd is er beschikbaar?
Wat zijn de verantwoordelijkheden van de belanghebbenden?
Deze vragen kunnen als leidraad dienen voor participatiemedewerkers bij het ondersteunen van de technische diensten bij het ontwikkelen van een interne participatiecultuur.
Dit zijn enkele elementen die tot een antwoord kunnen bijdragen, ontleend aan hun praktijk om tweejaarlijkse rapporten over specifieke thema's te maken:
Organisaties die mensen in bestaansonzekerheid vertegenwoordigen, worden vanaf de voorbereiding van de ontmoetingen betrokken, met de steun van het Steunpunt tot bestrijding van armoede.
Er loopt een continu participatieproces gedurende twee jaar, tot de publicatie van het rapport.
Het thema wordt besproken en ontwikkeld tijdens het raadplegingsproces; op basis van de uitwisselingen evolueren de teksten van de hoofdstukken van het rapport gaandeweg.
Uiteenlopende actoren worden geraadpleegd: mensen in armoede, organisaties en netwerken, administraties, instellingen, vakbonden, ziekenfondsen, academici, …
Er wordt feedback gegeven over de opvolging van het rapport en de impact van de aanbevelingen.
Deze manier van werken toont hoe belangrijk een inclusieve en evoluerende aanpak is om een billijke participatie van de kwetsbaarste groepen te garanderen.
Het kader scheppen voor een grootschalig stadsinrichtingsproject
Julie Bérard van 21 Solutions en Arnaud Pinxteren, voormalig schepen voor participatie van de Stad Brussel, presenteerden het burgerpanel voor het tramproject in Neder-Over-Heembeek. We hebben het gehad over de politieke, technische en methodologische kaders van een groot stadsinrichtingsproject. Door deze verschillende aspecten van het kaderen op elkaar af te stemmen kwam men ondanks het krappe tijdschema tot doelmatige participatie.
Welke lessen vallen te trekken uit dit praktijkgeval?
Het burgerpanel heeft cruciale gebruikerservaring ingebracht in het stuurcomité. Deze inbreng werd zeer gewaardeerd door de technische deskundigen.
Direct contact met inwoners en handelaars van de wijk, evenals intensieve begeleiding zijn essentieel gebleken (dit kost uiteraard tijd en energie).
Diversificatie van de informatiemiddelen was onontbeerlijk: digitaal platform, "Babbeleir" bakfiets, virtual-realitybril, bezoeken ter plaatse, …
En daarna?
Aan de hand van deze voorbeelden en denkoefeningen konden de deelnemers meerdere aandachtspunten afleiden die ze in hun eigen praktijk kunnen integreren:
Het belang van een duidelijk mandaat, gecommuniceerd naar alle belanghebbenden toe.
De noodzaak van transparantie over de doelstellingen, de verwachtingen en de grenzen van het participatieproces.
Iedereen heeft in het proces een rol te spelen, wat impliceert dat rollen en verantwoordelijkheden duidelijk moeten worden gedefinieerd, dat er open moet worden gecommuniceerd en dat er passende begeleiding is.
Cruciaal is dat men voor een langetermijnaanpak gaat en de obstakels voor participatie wegneemt om ruime representativiteit van de standpunten te garanderen.
Er bestaat geen toverformule voor een kader. Integendeel, elk proces moet worden aangepast aan zijn context en aan zijn doelstellingen, wat van de ambtenaren tegelijk flexibiliteit vereist en het vermogen om met onvoorziene omstandigheden om te gaan.
Bij burgerparticipatie staat het scheppen van menselijke banden en vertrouwen Een klimaat van open uitwisseling tussen burgers en publieke actoren, evenals wederzijdse dialoog zijn sleutelelementen.
Testen, volgen en evalueren zijn essentiële stappen om het welslagen van een project te verzekeren en een vertrouwensrelatie tussen administraties en burgers op te bouwen.