Naar de inhoud gaan

Het rechtskader voor burgerparticipatie

buiten en na verkiezingen

Inleidende tekst | Algemeen kader

17 april 2024 — 15 min

Burgerparticipatie steunt op verschillende institutionele mechanismen en een wettelijk kader op verschillende niveaus. Burgerparticipatie verwijst naar alle maatregelen die burgers in staat stellen om te participeren buiten verkiezingen om. Dit kader varieert naargelang de verschillende bestuursniveaus: Europees, federaal, gemeenschaps-, gewestelijk en gemeentelijk.  

"Het recht op participatie omvat alle wettelijke regels met betrekking tot de betrokkenheid van niet-verkozen mensen bij openbare besluitvorming. Deze normen hebben betrekking op de voorwaarden voor het initiëren van participatieprocessen, de manier waarop ze worden uitgevoerd en het resultaat ervan, ongeacht het besluitvormende karakter van deze participatie."(Morio, 2022 « Droit de la participation »)

Europese Commissie en Europees Parlement

Burgerinitiatief 

Het Europees burgerinitiatief is een instrument waarmee burgers nieuwe wetten kunnen voorstellen aan de Europese Commissie. Het initiatief moet worden genomen door ten minste zeven burgers uit zeven EU-landen. Zodra een initiatief de drempel van één miljoen handtekeningen bereikt, moet de Commissie beslissen welk gevolg zij hieraan zal geven, zonder dat zij verplicht is erop in te gaan. (schema).

Een Europees burgerinitiatief kan betrekking hebben op alle domeinen waarvoor de Commissie bevoegd is om wetgeving voor te stellen, zoals milieu, consumentenbescherming, landbouw, visserij, energie, vervoer of handel.(zie online naar website)

Alle EU-burgers of inwoners van 16 jaar of ouder kunnen een burgerinitiatief steunen door de steunverklaring voor een initiatief online of op papier in te vullen. 

Petitie 

Elke EU-burger of inwoner van een lidstaat heeft het recht om in de vorm van een klacht of verzoek, een verzoekschrift te richten tot het Europees Parlement. Het verzoekschrift moet binnen een bevoegdheidsdomein van de EU vallen. Het verzoekschrift wordt onderzocht door de Commissie Verzoekschriften van het Europees Parlement, die beslist over hun ontvankelijkheid en verantwoordelijk is voor de verwerking ervan (artikelen 20, 24 & 227 van het Verdrag betreffende de werking van de EU). (zie online)

 

Federaal Parlement van België

Petitie 

In België bestaat er een petitierecht op federaal niveau. Het werd in 2019 vernieuwd om rekening te houden met de ontwikkeling van digitale technologie. Het recht op het indienen van een verzoekschrift of petitie is vastgelegd in de Grondwet (art. 28) en in het huishoudelijk reglement van de Kamer van Volksvertegenwoordigers (art. 143). Elke burger kan een petitie starten door een brief te schrijven naar de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. 

Nadat hij het verzoekschrift heeft ontvangen kan de Voorzitter van de Kamer het doorsturen naar de commissie Verzoekschriften of rechtstreeks naar de commissie die bevoegd is voor het onderwerp van het verzoekschrift. Hij of zij kan ook besluiten om het verzoekschrift in te dienen in de Kamer. Wanneer een verzoekschrift wordt doorverwezen naar de commissie Verzoekschriften, neemt deze zo snel mogelijk een beslissing. De Kamer onderzoekt het verzoekschrift en hoort de indiener ervan als hij minstens 25.000 handtekeningen heeft verzameld verdeeld over de drie gewesten (d.w.z. 14.500 voor de inwoners van het Vlaams Gewest, 8.000 voor die van het Waals Gewest en 2.500 voor die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). 

De indiener ontvangt een antwoord waarin hij of zij wordt geïnformeerd over het gevolg dat aan het verzoekschrift is gegeven. Als het verzoekschrift ontvankelijk is, wordt het gepubliceerd in de "Verzoekschriftkrant", een parlementair document dat op papier wordt verspreid. (Zie online)

 

Illustratie: de weg van een verzoekschrift in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Bron : https://dekamer.mijnopinie.belgium.be/

 

Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Brussels Franstalig Parlement

Gemengde overlegcommissies 

In december 2019 hebben het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Brussels Franstalig Parlement in hun gemeenschappelijke reglementen de mogelijkheid opgenomen om gemengde overlegcommissies op te richten (gemeenschappelijk reglement van het Brussels Parlement en de COCOF, artikel 25/1, reglement van de Vergadering van de COCOF, artikel 42ter). Dit is de eerste keer in België dat gemengde commissies zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement van een parlement.  

De overlegcommissies bestaan uit een kwart van de parlementsleden en driekwart van burgers die via loting worden gekozen om aanbevelingen op te stellen over een specifiek onderwerp. De overlegcommissies kunnen worden opgericht door parlementsleden of door de Brusselaars naar aanleiding van een "burgervoorstel". Een burgervoorstel moet ten minste 1.000 handtekeningen  verzamelen voordat de Vergadering kan beslissen of er al dan niet een overlegcommissie over het voorgestelde onderwerp wordt opgericht. Als het Parlement weigert, moet het de redenen voor zijn weigering opgeven en die publiceren op het platform www.democratie.brussels. 

Tussen 2020 en 2024 werden zes overlegcommissies gehouden over: de Covid-crisis, duaal leren, dak- en thuislozen, biodiversiteit, 5G en geluidsoverlast. 

voor meer informatie

Het petitierecht

Burgers kunnen een petitie indienen bij de voorzitter van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de vorm van een concreet verzoek. Deze petitie kan worden ingediend door een individuele burger of een groep. Een individuele petitie verplicht het Parlement om hierop te reageren. Een groepspetitie die ondertekend is door 1000 mensen (minstens 16 jaar oud en woonachtig in het Brussels Gewest) geeft de indiener onder bepaalde voorwaarden recht op een hoorzitting voor de bevoegde commissie. Op het online platform kunnen burgers ook de petities van hun landgenoten ondertekenen. Tussen 2021 en 2024 werden 46 petities geregistreerd. 

Gewestelijke volksraadpleging  

Artikel 39bis van de grondwet maakt het mogelijk volksraadplegingen op gewestelijk niveau te organiseren. In tegenstelling tot het Waals Gewest heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest echter geen specifieke organieke ordonnantie aangenomen die de uitvoering ervan mogelijk maakt. 

Openbaar onderzoek en overlegcommissies 

Deze speciale regelen van openbaarmaking (openbaar onderzoek en/of overlegcommissie) worden om verschillende redenen georganiseerd, indien dit wettelijk vereist is, voorafgaand aan de aflevering van een stedenbouwkundige vergunning (certificaat), een verkavelings- of milieuvergunning en aan de goedkeuring van een stedenbouwkundig plan of van een stedenbouwkundige verordening. 

In het kader van een vergunningsprocedure worden een openbaar onderzoek en een overlegcommissie georganiseerd. Gedurende 2 weken worden in de omgeving rode posters opgehangen om het openbaar onderzoek aan te kondigen. Iedereen kan dan het aanvraagdossier online of bij de betrokken stedenbouwkundige dienst van de gemeente raadplegen en commentaar geven op de plannen. Iedereen die dat wil, kan ook worden uitgenodigd om gehoord te worden in het overlegcomité. Tijdens de vergadering van het overlegcomité worden de plannen gepresenteerd en kunnen de aanwezigen vragen stellen of bezwaren maken. Het overlegcomité brengt vervolgens een advies uit waaraan het project moet voldoen. 

Bekijk online de lijst per gemeente van de lopende openbare onderzoeken hier 

Zie online : Gebruiksaanwijzing, speciale regelen van openbaarmaking in het kader van het Brusselse stedenbouwrecht (IEB): hier 

Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Recht op dialoog 

Om burgers en politiek dichter bij elkaar te brengen, hebben de Raad en het College van de VGC een recht op dialoog ingevoerd. Met dit recht kunnen Nederlandstalige Brusselaars ouder dan 12 jaar een vraag stellen over Brusselse uitdagingen en het Nederlandstalige beleid. Dit heeft dus betrekking op bevoegdheden in verband met onderwijs, schoolinfrastructuur, cultuur, jeugd, sport, vrije tijd, media, welzijn, gezondheid, gezin en zorg.  

Vragen die worden gesteund door meer dan 300 handtekeningen worden gehoord in het Parlement. (link naar website Stel je vraagt)

 

Parlement van de Federatie Wallonie-Brussel

Petitie 

Een petitie kan worden ingediend door een individu of een erkende vereniging die zijn mening wil uiten of maatregelen wil voorstellen met betrekking tot de bevoegdheden van het parlement. Als de petitie ontvankelijk wordt geacht, wordt ze doorgestuurd naar de bevoegde commissie. De petitie kan dan worden onderzocht door de commissie of worden doorverwezen naar een andere commissie voor een grondiger onderzoek of naar de leden van de regering die ter zake bevoegd is. (art. 85). 

 

Vlaams Parlement

Petitie 

Artikel 101 van het Vlaams Parlement neemt het petitierecht uit de Belgische Grondwet over (art. 28). Een verzoekschrift of petitie is een brief aan de voorzitter van het Vlaams Parlement, met een verzoek om het beleid of een decreet te wijzigen. Elke burger kan het Parlement verzoeken om een voorstel te bespreken om het beleid of een decreet te wijzigen. Een verzoekschrift kan de Vlaamse volksvertegenwoordigers helpen om bepaalde problemen in de decreetgeving op te lossen, zoals onvolkomenheden, onrechtvaardigheden, onvoorziene gevolgen en tekorten in de decreetgeving.  

Verzoekschriften aan het Vlaams Parlement moeten betrekking hebben op aangelegenheden die tot de bevoegdheid behoren van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest, of die van belang zijn voor de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Gewest. (link naar de website)

Waals parlement

Overlegcommissie 

Naar het voorbeeld van het Brussels Parlement heeft het Waals Parlement de mogelijkheid ingevoerd om gemengde overlegcommissies op te richten bestaande uit volksvertegenwoordigers en bij loting gekozen burgers (art. 130bis). Overlegcommissies kunnen worden ingericht door een gewone meerderheid van parlementsleden of op initiatief van burgers, die binnen een termijn van 6 maanden minstens 2.000 handtekeningen moeten verzamelen van inwoners van het Waals Gewest (van minstens 16 jaar oud).  (Zie online)

Bijvoorbeeld: in juni 2023 werd het eerste voorstel voor een overlegcommissie aangenomen, getiteld "Hoe de Walen op een deliberatieve en permanente manier betrekken bij de besluitvorming, meer bepaald naar het voorbeeld van de permanente burgerdialoog die bestaat in de Duitstalige Gemeenschap en die verloopt via loting? "  (zie online)

Petitie 

Het petitierecht bij het Waals Parlement geeft een of meer burgers (van eender welke leeftijd) de kans om hun stem te laten horen door de aandacht van de overheid te vestigen op hun bezorgdheden (art. 127 & 128). Het kan daarbij gaan om een standpunt, een verzoek, een klacht of een ander voorstel. De inhoud van een petitie kan door parlementsleden worden gebruikt om wetgeving te maken of te verbeteren, om hun controle op overheidsmaatregelen te versterken of om het parlement aan te moedigen een standpunt in te nemen.  

Als de petitie werd ondertekend door ten minste 1000 ondertekenaars van ten minste 16 jaar oud en als ze een concrete vraag formuleert over een onderwerp dat onder de bevoegdheid van het Gewest valt of verband houdt met haar belangen, heeft de indiener van de petitie het recht om te worden gehoord door de bevoegde parlementaire commissie.  

Gewestelijke volksraadpleging 

De mogelijkheid om gewestelijke volksraadplegingen op te zetten, voorzien in artikel 39bis van de Grondwet, werd overgenomen door Wallonië, dat een decreet heeft goedgekeurd om deze tool te reglementeren. De volksraadpleging is een procedure om inwoners te raadplegen over een vraag of een project dat van belang is voor de gemeente- of de provincieraad, zoals de inrichting van een openbare ruimte. Het resultaat van de raadpleging is niet bindend, maar slechts adviserend, en is daarom een extra element van de beoordeling. 

Dit decreet, dat in 2018 werd aangenomen, is nog nooit toegepast. 

(link naar website)

 

Regering van de Duitstalige Gemeenschap

Permanente burgerdialoog 

In 2019 heeft de Duitstalige Gemeenschap een permanente burgerdialoog ingesteld (decreet van 25 februari 2019). De permanente burgerdialoog bestaat uit een raad van 24 bij loting aangewezen burgers, die de wetgevingsagenda mee helpt opmaken en tijdens zijn ambtstermijn tot drie burgerpanels kan organiseren. Deze dialoog beslist over de onderwerpen die door de panels worden behandeld, het aantal deelnemers aan de panels (over het algemeen tussen 25 en 50 burgers) en de duur van de panels. Deze burgerpanels moeten beleidsaanbevelingen opstellen. De burgervoorstellen gesteund door minstens 100 burgers , alsook de voorstellen van fracties of de regering, kunnen ook ter overweging worden voorgelegd aan de permanente burgerdialoog. (zie online)

 

Gemeenten

De gemeenten in de drie Gewesten zijn verantwoordelijk voor de organisatie van de plaatselijke besturen en zijn bij uitstek de plaatsen waar burgerparticipatie toe stand kan komen, aangezien dit de overheden zijn die het dichtst bij de mensen staan. De tabel geeft een overzicht van de verschillen tussen de gemeenten in elk Gewest en de wettelijke basis voor elke participatiemogelijkheid. 

 

Waalse gemeenten 

Brusselse  

gemeenten 

Vlaamse gemeenten 

Juridische grondslag 

Burgerbegroting 

Ja 

Ja 

Nee 

Code de la démocratie locale et de la décentralisation (Wallonië), voor de gemeenten: artikel L1321-3 (2012), voor de provincies: artikel L2212-31 met de benaming "conseils participatif"; Nieuwe gemeentewet (Brussels Hoofdstedelijk Gewest): artikel 258bis (2009). 

Adviesraden 

Ja 

Ja 

Ja 

Code de la démocratie locale et de la décentralisation (Wallonië), voor de gemeenten: artikel L1122-35, voor de provincies: artikel L2212-30; Nieuwe gemeentewet (Brussels Hoofdstedelijk Gewest): artikel 120bis; Lokaal bestuur decreet (Gemeenten in Vlaanderen): artikel 304, Provinciedecreet (Provincies in Vlaanderen): artikel 191bis. 

Lokale volksraadplegingen 

Ja 

Ja 

Ja 

Code de la démocratie locale et de la décentralisation (Wallonië), voor de gemeenten: artikel L1141-1, voor de provincies: artikel L2214-1; Nieuwe gemeentewet (Brussels Hoofdstedelijk Gewest): artikel 318; Lokaal bestuur decreet (Gemeenten in Vlaanderen): artikel 305, Provinciedecreet (Provincies in Vlaanderen): artikel 198. 

Burgerinterpellaties 

Lopende debatten 

Ja 

Ja 

Code de la démocratie locale et de la décentralisation (Wallonië), voor de provincies: artikel L2212-28; Nieuwe gemeentewet (Brussels Hoofdstedelijk Gewest): artikel 89bis; Lokaal bestuur decreet (Gemeenten in Vlaanderen): artikel 304, Provinciedecreet (Provincies in Vlaanderen): artikel 191bis. 

Petities 

Ja 

Ja 

Ja 

Het petitierecht is vastgelegd in de Belgische Grondwet (artikel 28) en de uitvoering ervan wordt geregeld door verordeningen. Verwijzing naar dit recht in het Lokaal bestuur decreet (Gemeenten in Vlaanderen): artikel 304, Provinciedecreet (Provincies in Vlaanderen): artikel 191bis. 

Burgerinitiatieven 

Nee 

Ja 

Ja 

Lokaal bestuur decreet (Gemeenten in Vlaanderen): artikel 304, Provinciedecreet (Provincies in Vlaanderen): artikel 191bis. 

Uitdaagrecht 

Nee 

Nee 

Ja 

Lokaal bestuur decreet (Gemeenten in Vlaanderen): artikel 302. 

Tabel: aanwezigheid van de verschillende wettelijke mogelijkheden tot participatie in de gemeenten per gewest in België. Bron, aangepaste tekst van: ULB Policy Lab/VUB/itsme (2023) " Écouter la voix du citoyen : du mouvement participatif à l'isoloir. Étude sur les mécanismes de démocratie participative en Belgique », https://www.itsme-id.com/fr-BE/blog/etudepart2  

Burgerbegrotingen 

Burgerbegrotingen zijn gemeentelijke participatieregelingen waarbij burgers beslissen over de verdeling of toewijzing van een deel van de begroting. In de meeste gevallen worden deze projecten voorgesteld, besproken en goedgekeurd door de bewoners. 

In het Brussels Gewest heeft Brussel Plaatselijke Besturen in november 2021 een omzendbrief gepubliceerd over de burgerbegrotingen, waaronder artikel 258 bis van de Nieuwe gemeentewet in november 2021. (link naar omzendbrief)

Het verduidelijkt dat een participatieve begroting (of burgerbegroting) een overheidsbeleid is dat erop gericht is de samenleving te betrekken bij het proces van toewijzing van de overheidsbegroting. Het doel van de burgerbegroting is de bewoners en gebruikers van de gemeente, de verenigingen en collectieven te betrekken bij de toewijzing van een bepaalde begroting, door middel van het voorstellen van acties en projecten alsook de selectie en, afhankelijk van het geval, de uitvoering ervan. Het is een concrete oefening in directe democratie en een kans om deel te nemen aan het leven van de gemeente. Via de participatieve begroting nodigt een gemeente haar burgers uit om rechtstreeks bij te dragen aan het beheer ervan. 

Adviesraden 

Adviesraden brengen burgers samen die een mandaat hebben gekregen om hun mening te geven over een of meer specifieke kwesties. 

Het Decreet Lokaal Bestuur omschrijft adviesraden als organen “die als opdracht hebben op regelmatige en systematische wijze het gemeentebestuur te adviseren”. Hun rol is dus beleidsadvies formuleren – zowel op vraag van het beleid als op eigen initiatief. 

De Wakkere Burger vzw, een onafhankelijke sociaal-culturele organisatie die zich al sinds 1983 inzet voor de beleidsparticipatie van burgers, heeft een visienota geschreven over de modernisering van adviesraden: Toekomstvisie – Adviesraden.be  

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de wettelijke basis artikel 120bis van de Nieuwe Gemeentewet een referentie.

Op grond van dit artikel moeten gemeenteraden, zodra zij hebben besloten een adviesraad in te richten, in functie van hun opdrachten de samenstelling ervan vaststellen en de gevallen bepalen waarin die adviesraden verplicht geraadpleegd dienen te worden. Elke gemeenteraad neemt van tijd tot tijd specifieke verordeningen aan om zijn adviesraad in te stellen.  

 Naast deze "algemene" adviesraden, die in eender welke materie en voor elke categorie personen kunnen worden opgericht, heeft de Brusselse wetgever ook gemeentelijke "seniorenadviesraden" opgericht op basis van een andere rechtsgrond: de ordonnantie van 27 juli 2017 betreffende de gemeentelijke seniorenadviesraden. 

Lokale volksraadplegingen 

Lokale volksraadplegingen zijn procedures om inwoners te raadplegen over een onderwerp dat van belang is voor de gemeente. Deze raadplegingen zijn niet bindend. 

In het Brussels Gewest kan de gemeenteraad op eigen initiatief beslissen om de inwoners te raadplegen over zaken die onder zijn bevoegdheid vallen. Als het initiatief uitgaat van de inwoners, moet het aan deze voorwaarden voldoen en gesteund worden door ten minste : 

  • 20% van de bevolking in gemeenten met minder dan 15.000 inwoners; 
  • 3.000 inwoners in gemeenten met minstens 15.000 en minder dan 30.000 inwoners; 
  • 10% van de inwoners in gemeenten met minder dan 30.000 inwoners; 

De aanvraag is alleen ontvankelijk als deze wordt ingediend via een door de gemeente uitgegeven formulier. 

Burgerinterpellaties en petities 

Dit gaat om de mogelijkheid voor burgers om uitleg te vragen of om de aandacht van de verantwoordelijken te vestigen op een kwestie waarmee rekening moet worden gehouden. Inwoners kunnen tijdens een openbare zitting van de gemeenteraad een of meer vragen mondeling voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen. 

Wie het recht op interpellatie wil uitoefenen, moet vooraf een schriftelijk verzoek indienen bij de gemeenteraad. De interpellatie moet betrekking hebben op een onderwerp van gemeentelijk belang. Vervolgens wordt ze doorgestuurd naar het gemeentesecretariaat dat ze verder zal opvolgen. 

De interpellatie moet uitgaan van een persoon van minstens 16 jaar of ouder, die in de gemeente is gedomicilieerd en aan de volgende voorwaarden voldoen: 

  • ondertekend worden door twintig mensen; 
  • betrekking hebben op een onderwerp van gemeentelijk belang; 
  • niet uitsluitend een particulier belang hebben; 
  • in het Nederlands of het Frans zijn opgesteld zijn. 

De gemeenteraad moet ervoor zorgen dat de procedure voor interpellaties aan de inwoners bekend wordt gemaakt, met name via een gerichte publicatie hierover. 

Het interpellatierecht, zoals beschreven in de Nieuwe gemeentewet voor de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kan worden uitgeoefend zodra 25 personen het verzoek steunen. De procedure voor de ontvankelijkheid van de interpellaties wordt geregeld door de bepalingen van het huishoudelijk reglement betreffende de punten die op de agenda worden geplaatst door de leden van de raad die geen lid zijn van het college. 

De lijst van de verzoeken tot interpellatie wordt vóór elke vergadering meegedeeld aan de leden van de gemeenteraad. 

Burgerbemiddeling 

Het College kan beslissen om een interpellatie door te verwijzen naar de gemeenteraad of om een burgerbemiddeling te organiseren met de ondertekenaars om tot een overlegde oplossing te komen voor een kwestie die onder de bevoegdheid van de gemeenteraad valt, zoals beschreven in artikel 317/3. 

Indien het college besluit een bemiddeling in te stellen, houdt dit in dat er ten minste één vergadering moet georganiseerd worden binnen een maand na zijn besluit om een bemiddeling in te stellen; deze termijn wordt naar evenredigheid verlengd indien hij tussen 1 juli en 31 augustus loopt. 

Het college van burgemeester en schepenen stelt na afloop van de bemiddelingsprocedure een verslag op. 

Uiterlijk zes maanden nadat de bemiddeling werd opgezet, communiceert de gemeente over het onderwerp om de burgers te informeren: 

  1. dat de bemiddeling succesvol is geweest, of
  2. dat er geen akkoord kon worden bereikt, of 
  3. dat de bemiddeling nog loopt en dat er na afloop van de procedure, en in ieder geval binnen zes maanden, meer informatie volgt. 

Honderd inwoners van de gemeente kunnen een verzoek tot bemiddeling indienen bij het college onder de ontvankelijkheidsvoorwaarden bedoeld in artikel 317/2, § 1, tweede lid. 

Recht op burgerinitiatief 

Dit gaat om de mogelijkheid voor burgers om voorstellen en vragen met betrekking tot het lokaal beleid op de agenda van de gemeenteraad te zetten. Deze mogelijkheid is ingevoerd in de gemeente Etterbeek, waar het recht op burgerinitiatief het voor burgers gemakkelijker maakt om kwesties aan de orde te stellen in de gemeenteraad dan dat dit via een interpellatie mogelijk is. Het gemeentelijk burgerinitiatief is gebaseerd op de verplichting voor de gemeenteraad om te beraadslagen en te stemmen over een tekst als deze wordt voorgesteld door ten minste 750 inwoners ouder dan 16 jaar die zijn ingeschreven in het gemeentelijke bevolkingsregister. De gemeenteraad heeft maximaal 12 maanden de tijd om zich over het initiatief uit te spreken. 

Right to challenge: Vlaamse gemeenten 

Naast de inspraakmogelijkheden die in de drie gewesten worden vermeld, is er in Vlaanderen nog een inspraakmogelijkheid die specifiek is voor het Vlaamse gewest: het uitdaagrecht (« right to challenge »). In het regeerakkoord 2019-2024 geeft de Vlaamse Regering aan dat ze de ambitie heeft om het uitdaagrecht in te voeren op het niveau van de lokale overheden. Deze nieuwe vorm van burgerparticipatie geeft inwoners van een wijk of gemeente, burgerverenigingen of organisaties van het maatschappelijk middenveld het recht om een plaatselijk bestuur uit te dagen en zo een taak over te nemen die wordt uitgevoerd door of voor dat bestuur (d.w.z. door professionele dienstverleners). Op deze manier geeft de gemeente ruimte aan burgers die actief willen meewerken aan de organisatie van het plaatselijke bestuur. (naar de codex).