De deliberatieve commissies worden opgericht op basis van een voorstel van burgers, ondertekend door minstens 1000 Brusselaars van 16 jaar of ouder, of op basis van een voorstel van een of meer fracties. Ze bestaan uit ¾ burgers, die via loting tweemaal worden gekozen uit de Brusselse bevolking van 16 jaar of ouder, en ¼ parlementsleden, die lid zijn van de parlementaire commissie die bij de kwestie in kwestie betrokken is.
Na verschillende vergaderingen van het overlegcomité stellen parlementariërs en burgers een reeks aanbevelingen op, die vervolgens voor follow-up naar het Parlement worden gestuurd om politieke beslissingen te sturen.
1 : Installatievergadering (doordeweekse avond), gericht op het informeren van de deelnemers - burgers en parlementariërs - over het proces;
2 : Informatiefase (een of twee dagen, in het weekend), met als doel de deelnemers te informeren over het onderwerp dat ter discussie staat door middel van interviews met personen uit de bronnen, afwisselend in plenaire zittingen en kleinere groepen;
3 : Beraadslagingsfase (twee opeenvolgende dagen, in het weekend), die plaatsvindt in plenaire zittingen om een zo breed mogelijke uitwisseling van standpunten te stimuleren, en in kleinere groepen om iedereen aan het woord te laten en te laten luisteren, met als doel te komen tot voorgestelde aanbevelingen;
4 : Fase van de aanbevelingen (één dag, in het weekend), opnieuw met als doel de voorgestelde aanbevelingen te verbeteren en ze door alle deelnemers te laten goedkeuren, door middel van debatten in plenaire sessies of in kleine groepen;
5 : presentatie van het verslag van de deliberatieve commissie (halve dag, in het weekend of 's avonds door de week), waarmee het werk wordt afgesloten.
- aanbevelingen aan de betrokken organen (parlementen en regering) ;
- follow-up door leden van de relevante vaste commissies van het parlement dat heeft beslist om de deliberatieve commissie op te richten;
- presentatie en bespreking van de follow-up met