Tool | Beraadslaging en deliberatieve mini-publics
Experiment | Beraadslaging en deliberatieve mini-publics
Thema
Ecologische transitie
Bestuursniveaus
Regionaal
Participatieniveaus
Medebeslissing | Co-constructie
Graden van betrokkenheid
Collectief advies opbouwen
Deelnameacties
Burgerpanel en burgervergadering
Democratische waarden
Vermogen om het participatieproces te beïnvloeden | Vervolgplicht
In de Algemene Beleidsverklaring 2019-2024 verbindt de regering zich ertoe een publiek debat op gang te brengen over een koolstofarme visie voor Brussel tegen 2050. In 2022 heeft de regering de oprichting van de permanenteburgerraad voor het klimaat officieel bekrachtigd.
In maart 2024 werd deze ordonnantie gewijzigd en werd de burgerraad voor het klimaat er op permanente basis in opgenomen, op voorwaarde dat er voor eind 2025 een ministerieel besluit wordt uitgevaardigd om de precieze modaliteiten vast te leggen.
De burgerraad wordt in november 2022 opgericht. De eerste cyclus loopt van februari tot april 2023. De algemene doelstelling bestaat erin het klimaatbeheer eerlijker te maken door ervoor te zorgen dat mensen die wonen, werken en leven in het Brussels Gewest actief kunnen deelnemen aan de transitie naar een koolstofneutrale economie en samenleving tegen 2050.
De cruciale kwesties die het werk van de raden mee sturen zijn: Hoe willen we leven in 2050? Hoe gaan we ons verplaatsen? Hoe gaan we wonen? Hoe gaan we produceren en consumeren? En vooral, wat hebben we op de korte en middellange termijn nodig om deze doelstellingen te bereiken?”
Voor het eerste jaar heeft de raad zich gebogen over het thema “Hoe kunnen we in de stad wonen om de klimaatuitdagingen tegen 2050 het hoofd te bieden? ”
De Burgerraad voor het klimaat bestaat uit 65 à 100 burgers die willekeurig geloot zijn. 10.000 willekeurig gekozen mensen ontvangen een uitnodiging om hun belangstelling voor deelname kenbaar te maken. Op basis van enerzijds de positieve antwoorden en anderzijds een aantal socio-economische criteria (geslacht, leeftijd, gemeente, opleidingsniveau …), zal er een tweede loting plaatvinden om de leden te selecteren en een diverse groep samen te stellen. Deze groep wordt ieder jaar vernieuwd om ervoor te zorgen dat de raad op lange termijn levensvatbaar blijft en dat de burgers kunnen roteren.
De burgers komen gedurende vijf weekends samen. Tijdens een burgerraad worden leren, overleggen en het formuleren van aanbevelingen gecombineerd. Experts van de overheid, de academische wereld en het maatschappelijk middenveld presenteren het onderwerp vanuit verschillende invalshoeken, rekening houdend met actuele uitdagingen en waarbij actievoorbeelden aan bod komen. Deze uiteenzettingen worden interactief benaderd, niet zozeer als een lezingenreeks.
Op basis van deze presentaties stellen de burgers een visie voor 2050 op, valideren deze en formuleren een reeks aanbevelingen die aan de regering worden voorgelegd. Voor de eerste cyclus dienden de deelnemers een zestigtal aanbevelingen in maakten ze negen ambitieuze doelstellingen kenbaar.
De raad kan ook invloed uitoefenen op de agenda en de onderwerpen van de volgende burgerraad. Tijdens de eerste cyclus hebben de deelnemers drie prioriteiten aangegeven als antwoord op het mandaat: anders wonen, renoveren in een geest van sociale rechtvaardigheid en vergroenen om beter te leven in de stad. Vanaf de tweede cyclus wordt een kwart van de leden van de vorige vergadering door loting aangewezen om het volgende thema voor de burgerraad te bepalen en te formuleren. Om ze te helpen bij het bepalen van het thema, bespreekt de burgerraad het onderwerp samen met de regering en stakeholders (verenigingen, experts ...). Het thema voor de tweede cyclus was: voeding (productie, consumptie). De vraag werd directer geformuleerd: "wat hebben jullie als Brusselaars nodig om morgen jullie eetpatroon te veranderen? Wat verwachten jullie van de verschillende spelers? "
De leden van de raad hebben hun aanbevelingen in juni 2023 aan de regering overgemaakt. De bevoegde ministers van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben in september 2023 hun eerste feedback gegeven en zullen in mei 2024 met een gedetailleerd stappenplan komen.
Tijdens de slotzitting van de raad zullen de leden hun verslag voorleggen aan de Brusselse minister van Leefmilieu. Daarna worden ze uitgenodigd voor een publiek evenement om het rapport en de ideeën en voorstellen die het bevat te presenteren.
De regering wil een stappenplan ontwikkelen om de langetermijnvisie en de in aanmerking komende voorstellen van de burgerraad op te nemen in het klimaatbeheer van het gewest. Deze samenwerking met de regering en de administratie moet de impact van de aanbevelingen op het gewestelijk klimaatbeleid vergroten.
De administratie zal de haalbaarheid van de voorstellen onderzoeken en de bevoegde minister(s) zal (zullen) beslissen welke actie ondernomen moet worden naar aanleiding van de aanbevelingen. Van de regering wordt verwacht dat ze binnen drie maanden een eerste reactie geeft en binnen twaalf maanden een tweede. Een opvolgingscomité, bestaande uit tien leden van de raad die op vrijwillige basis worden geloot, houdt gedurende een jaar toezicht op de maatregelen van de regering en vergadert twee keer met de ministers.
Naast de twee vergadermomenten met de ministers bepalen de burgers zelf hun programma en werkritme. Een mogelijkheid is dat de burgers nagaan of de regering de aanbevelingen die ze belooft uit te voeren ook daadwerkelijk implementeert, bijvoorbeeld door leden van de groepen op te zoeken en ze te vragen wat er in hun ogen werkelijk is bereikt. De leden van het opvolgingscomité kunnen ook vragen om een lid van de administratie of een kabinet te spreken om meer informatie te krijgen.
Op dit moment gebeurt de loting nog op basis van adressen. Een brief wordt dus vaak uitgedeeld voor een [heel] blok! Vaak is het iemand die al interesse heeft in het initiatief of het onderwerp die besluit om de brief te beantwoorden … Op die manier is het extra moeilijk om mensen te vinden die zich misschien niet legitiem genoeg voelen om mee te doen”, zoals een van de facilitators opmerkt.
Tijdens de tweede cyclus vroeg de organisatie van de raad de mening van een aantal actoren, waaronder de regering, het parlement, gemeenten, sociale actoren (Brupartners) en actoren die betrokken zijn bij milieuacties (zoals de Raad voor het Leefmilieu), om de agenda te helpen bepalen. Deze bijdrage werd in de vorm van een rapport aan de burgers voorgelegd voordat ze het thema voor de volgende vergadering bepaalden.
Voor de volgende cyclus besloten de organisatoren dat het interessanter zou zijn om het proces om te keren en eerst de burgers om hun ideeën te vragen en daarna de stakeholders om meer specifiek advies te vragen over deze thema's.
Een van de belangrijkste lessen die uit de eerste cyclus getrokken werd, was de noodzaak om te starten vanuit bestaand beleid en de doelstellingen ervan, en dan burgers te laten nadenken over de hoofdlijnen van dit beleid, om het verder te ontwikkelen of het ter discussie te stellen, zonder daarbij opnieuw uit te vinden wat al bestaat. In haar eerste feedback wijst de regering er immers op dat veel van de voorstellen al worden uitgevoerd of al gepland staan. Om dit te vermijden kan het mandaat van de deelnemers meer gericht zijn op het ontwikkelen van maatschappelijke keuzes en algemene prioriteiten dan op technische details.
De continuïteit van het proces zorgt ervoor dat leden van de ene cyclus hun kennis kunnen doorgeven aan de burgers van de volgende cyclus. Dit kan bijvoorbeeld het monitoren van beleidsontwikkeling en overheidsacties op de langere termijn mogelijk maken. Tot slot maken de leden van de raad de sociale dimensies en aspecten van beleid zichtbaar die beleidsmakers anders misschien over het hoofd zouden zien.
Tool | Beraadslaging en deliberatieve mini-publics
Tool | Beraadslaging en deliberatieve mini-publics
Nuttige links
Documenten